Luchtkwaliteit in de regio

De Omgevingsdienst West-Holland beoordeelt of omgevingsplannen en milieuvergunningen aan de regels voldoen. De Nederlandse regels voor luchtkwaliteit zijn gebaseerd op Europese richtlijnen. De rijksoverheid, provincies en gemeenten moeten er samen voor zorgen dat de Europese normen niet worden overschreden.

Luchtkwaliteit kun je berekenen (modelleren) en meten. Of je beter kunt berekenen of beter kunt meten, hangt af van een aantal punten, zoals de gewenste nauwkeurigheid of tijdsduur.

Berekenen

Je kunt luchtverontreiniging berekenen met rekenmodellen die door het ministerie zijn goedgekeurd. Door de verkeersgegevens (zoals hoeveelheid auto’s), omgevingskenmerken (zoals breedte van de weg) en meteorologie in te vullen, kun je zien hoeveel luchtverontreiniging er van wegverkeer afkomstig is.

Het grote voordeel van berekenen is dat het snel gaat en dat je toekomstvoorspellingen kunt doen. Dat is nodig bij het uitvoeren van ruimtelijke plannen, zoals de bouw van een grote woonwijk. Je kunt berekenen of de luchtverontreiniging niet te veel wordt met zo’n nieuwe woonwijk. Zo kan worden bepaald of de bouw mogelijk is.

Meten

Goed meten is lastiger dan het lijkt. Naast veranderingen in het verkeersbeeld heb je bijvoorbeeld ook te maken met meteorologie. Het is goed mogelijk dat het weer binnen 24 uur voor grote concentratieverschillen zorgt.

De Omgevingsdienst meet de luchtkwaliteit niet zelf. De luchtkwaliteit wordt gemeten door een meetstation van het RIVM. Deze ligt op het zweefvliegtuigveld in de Zilk. Op deze website worden alle gemeten stoffen per meetpunt getoond. De data zijn automatisch gepubliceerd zonder kwaliteitscontrole en zijn zogenaamde ‘ongevalideerde meetdata’, waar geen rechten aan kunnen worden ontleend.

Samen meten

In het werkgebied van de Omgevingsdienst wordt er door steeds meer burgers zelf met sensoren gemeten. Door de onzekerheid in de resultaten hebben deze sensoren nog geen formele, wettelijke status. Je kunt er dus niet mee naar de rechter. De kwaliteit van deze sensoren wordt echter wel steeds beter. Hoewel deze sensoren dus niet met de meetresultaten van een RIVM station kunnen worden vergeleken, kunnen deze sensoren – mits goed geijkt – wel een indicatie geven in de ruimtelijke verdeling van de gemiddelde luchtkwaliteit in een gebied en in de variatie van concentraties in de tijd. Informatie over het zelf meten van de luchtkwaliteit is te vinden via samenmetenaanluchtkwaliteit.nl

Centraal Instrument Monitoring Luchtkwaliteit (CIMLK)

Om te kunnen monitoren of overal aan de Europese normen voor luchtkwaliteit wordt voldaan is het CIMLK ontwikkeld. Zo kan de Omgevingsdienst overal in zijn werkgebied langs de wegen zien hoe het gesteld is met de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteit in het CIMLK is gebaseerd op berekeningen.

Ook als voldaan wordt aan de Europese normen betekent dit niet dat er sprake is van een gezonde lucht. Gemeenten en provincies kunnen er daarom ook voor kiezen om met een vrijwillig programma de luchtkwaliteit verder te verbeteren. De Rijksoverheid heeft met gemeenten en provincies het Schone Lucht Akkoord (SLA) gesloten om de luchtkwaliteit verder te verbeteren. Gemeenten die dat willen, kunnen zich nog aansluiten bij het Schone Lucht Akkoord. Onder het SLA zijn per thema maatregelen uitgewerkt om de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen te beperken.

Aanpassing Europese luchtkwaliteitseisen

Luchtverontreiniging vormt het grootste milieurisico voor de gezondheid in Europa. Vanaf 2030 gaan er daarom strengere eisen gelden voor bijvoorbeeld fijnstof en stikstofdioxide. Met de aanscherpingen komen de grenswaarden dichter in de buurt van de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Binnen 2 jaar na aanpassing van de Europese richtlijn moet Nederland de Europese regels omzetten naar nationale wetgeving.