Tijdens de bijeenkomst spraken de bijenlandschappen af om enthousiaste trekkers vast te houden en samen te werken, om zo van elkaar te blijven leren.
Vliegende start groot Zuid-Hollands bijenlandschap
De provincie telt twaalf bijenlandschappen, variërend van ontkiemend tot bloeiend. Hierin werken gemeenten, bewoners, bedrijven en andere organisaties samen om het aantal wilde bijen te laten groeien. De provincie wil deze bijenlandschappen voor 2030 op elkaar aansluiten, zodat er één groot ecologisch netwerk ontstaat dat bijdraagt aan de basiskwaliteit van de natuur in Zuid-Holland. Op 31 mei was op het provinciehuis de aftrap naar dit grote Zuid-Hollands bijenlandschap.
Het gaat niet goed met bijen en andere bestuivende insecten. Dat is zorgelijk, want een gezond bijenlandschap is een belangrijke schakel in de biodiversiteit. Wilde planten en tachtig procent van onze eetbare gewassen zijn van bestuiving afhankelijk. Door een diversiteit aan bloeiende planten kunnen insecten meer voedsel vinden. Insecten zijn weer voeding voor vogels en andere kleine dieren, die daardoor beter kunnen overleven. Bijen staan dus aan de basis van het bestaan.
Bijen in beeld
Groene Cirkel Bijenlandschap in Leiden en omgeving was een van de eerste bijenlandschappen in Zuid-Holland. In de onderzochte gebieden zijn 34% meer soorten bijen waargenomen in 2021 dan bij de start in 2015. Om een beeld te krijgen van de staat van de bijen in heel Zuid-Holland voeren EIS Kenniscentrum Insecten en Naturalis een nulmeting uit. Ook brengen zij de mogelijkheden in kaart om het bloemrijke netwerk van de bijenlandschappen te versterken en uit te breiden. Vanaf eind juni is het rapport beschikbaar dat als vertrekpunt zal dienen voor de ontwikkeling tot één Zuid-Hollands bijenlandschap.
Gebieden verbinden
Annette Piepers en Miep Münninghoff verzorgen namens de Omgevingsdienst West-Holland het programmamanagement van Groene Cirkel bijenlandschap en faciliteren ook de realisatie van andere bijenlandschappen. Annette Piepers vertelt: “De bijenlandschappen van Zuid-Holland staan al met elkaar in verbinding, maar we streven ernaar om ze nog dichter bij elkaar te brengen. Waarom we dat willen? Neem bijvoorbeeld de zandhommel: dit beestje komt alleen in bepaalde gebieden in Zuid-Holland voor. Als we willen dat hij verder trekt, zal je de gebieden waar hij voedsel kan vinden moeten verbinden. Door meer aantrekkelijke gebieden voor bestuivers te realiseren, zullen ze van de rode lijst voor bedreigde bijensoorten verdwijnen. Dat moet op landschapsschaal gerealiseerd worden en daar moeten alle verschillende partijen voor samenwerken.’
Ecologisch netwerk
De partners in de bijenlandschappen werken samen om de kennis over aanwezigheid en leefwijze van bijen en andere bestuivers te vergroten. Daarnaast werken ze eraan groengebieden, akkerranden, bermen, terreinen, parken en tuintjes bloemrijk te maken en te verbinden. Wil je zelf ook bijdragen aan het bijenlandschap? Op deze pagina vind je daar tips voor.